Troubleshooting & Commissioning
- Wat kan ik doen als een DP apparaat niet 45,45 kbps ondersteunt?
-
Als men werkt met DP/PA segmentkoppelaars die draaien op 45,45 kbps, dan kan er wel eens een probleem ontstaan met DP apparaten die deze baudrate niet ondersteunen. Dit is nog geen reden tot "paniek". De meeste apparaten zijn gebaseerd op ASIC's zoals de: SPC3. Deze ASIC's kunnen 45,45 kbps ondersteunen, maar de fabrikant heeft deze baudrate niet vermeld in het GSD bestand, omdat het nog niet gestandaardiseerd was. De oplossing is om contact op te nemen met de fabrikant en naar de ASIC implementatie te vragen (het is ook te vinden in het GSD bestand). Als het apparaat gebaseerd is op de LSPM2, DPC31, SPC3 of SPC4 ASIC, dan moeten de volgende twee regels in het GSD bestand worden opgenomen:
- 45.45_supp = 1
- MaxTsdr_45.45 = 60
- Is er een tool waarmee ik mijn DP netwerk kan controleren op goed functioneren?
-
Ja, ProfiTrace is een perfecte tool om het DP netwerk te controleren. Het heeft statistieken die in een oogopslag de kwaliteit van de communicatie weergeven. Voor de specialisten zijn ook alle berichtentransacties te zien en een Live List met alle aangesloten apparaten.
Bekabeling en connectoren
- Is de PROFIBUS DP kabel altijd paars?
-
NEE, wegens bepaalde beschermingsklassen en mantelconstructies zijn kabels vaak gebonden aan bepaalde kleuren. De standaard PROFIBUS kabel is wel paars.
- Wij hebben een PROFIBUS DP netwerk met maar 2 stations en relatief korte kabellengte. Zijn de afsluitweerstanden op beide uiteinden dan echt noodzakelijk?
-
Ja, in de norm staat dat ieder bussegment altijd afgesloten moet worden met afsluitweerstanden op beide einden. Het systeem zal zonder hoogstwaarschijnlijk wel werken, maar het is niet verantwoord.
- Moeten afsluitweerstanden bij PROFIBUS DP altijd gevoed zijn?
-
Beide afsluitweerstanden op een DP segment moeten altijd gevoed zijn! Een afsluitweerstand (opgebouwd uit 3 weerstanden) zorgt natuurlijk voor reflectieonderdrukking, maar ook dat er een logische ?1? op de bus staat als niemand aan het zenden is. Zonder dit niveau ontvangen de apparaten ongedefinieerde informatie die veroorzaakt wordt door ruis uit de omgeving. Dit kan tot gevolg hebben dat geldige berichten niet correct geïnterpreteerd worden. Het toepassen van gevoede afsluitweerstanden is transmissiesnelheid onafhankelijk, alhoewel het bij de hoge transmissiesnelheden het noodzakelijkst is.
- Welke bedrijven leveren PROFIBUS kabel in Nederland?
-
In Nederland leveren de onderstaande bedrijven PROFIBUS kabel:
- PROCENTEC
- Belden
- Lapp kabel
- Nexans
- Phoenix
- Siemens
- Turck
- Wago
- Heeft een repeater merkbare invloed op de cyclustijd?
-
Nee, een repeater heeft gemiddeld een looptijd van 1,5 Tbit (3 bittijden voor een complete I/O transactie). Een minimale I/O transactie tussen een master en een slave duurt 264 bittijden. Dus, op een DP netwerk met 1 slave en 1 byte I/O is de invloed van een repeater maar 1 % van de cyclustijd. Bij meer slaves en/of meer I/O data wordt dit nog minder.
- Is er bij PROFIBUS DP tussen 2 naastliggende apparaten een minimale kabellengte vastgelegd?
-
Als men communiceert met een transmissiesnelheid van 1,5 Mbps of hoger, moet men minimaal 1 meter kabel tussen 2 naastliggende apparaten aanbrengen. De ingangscapaciteiten van de apparaten worden door de tussenliggende kabel gecompenseerd, zodat de algemene impedantie over de totale kabel nog steeds gemiddeld 150 Ohm blijft. Voert men niet het netwerk met de "1 meter regel" uit, dan is er grote kans dat er reflecties ontstaan die de datacommunicatie kunnen aantasten. Bij een transmissiesnelheid onder de 1,5 Mbps hebben deze reflecties minder invloed.
- Waarom is het maximum aantal apparaten op een bussegment vastgesteld op 32?
-
De ingangsimpedantie van een PROFIBUS apparaat bestaat uit een ingangsweerstand die ligt tussen de 30 kOhm en 200 kOhm en een ingangscapaciteit van maximaal 35 pF (som van de RS 485 chip, connector, printsporen, etc.). Deze elementen staan allemaal parallel in de kabel. Doordat een zender maar een beperkte stroom kan leveren en met hoge snelheden informatie verstuurt, is het maximum aantal apparaten per bussegment vastgesteld op 32 om betrouwbaar te communiceren. Het is best mogelijk dat een installatie 'functioneert' met meer dan 32 apparaten per bussegment, maar dat is spelen met vuur! Het verouderingsproces verslechtert ook de ingangsimpedantie.
- In een PROFIBUS stekker heb ik 4 spoeltjes zien zitten. Waar zijn deze voor?
-
De spoelen met een waarde van 110 nH zijn ingebracht om lichte vormen van reflectie te onderdukken die veroorzaakt worden door de capacitieve belasting van het apparaat. Deze zijn soms ook in printsporen gerealiseerd.
- Wij gebruiken remote I/O modules met M12 connectoren. Moeten wij M12 stekkers aanschaffen voor PROFIBUS, of kunnen wij standaard M12 stekkers toepassen?
-
De baudrate die men gaat toepassen in de installatie is de bepalende factor! Als je 1,5 Mbps of sneller communiceert, raden we aan om "voor PROFIBUS gemaakte" M12 connectiecomponenten toe te passen. Het is dan gegarandeerd dat geen inductieve en capacitaire effecten optreden die de datacommunicatie kunnen aantasten. Als je toch "standaard" M12 connectoren toepast, voer dan een elektrische meting uit tijdens de afname om zeker te zijn dat de signalering goed is!
PROFIBUS DP
- Moet ik rekening houden met nieuwe versies van GSD bestanden?
-
Niet als het toegepaste product gecertificeerd is! Een GSD bestand mag na keuring niet meer gewijzigd worden (tenzij een herkeuring plaatsvindt). Een gebruiker hoeft dus geen updatestructuur aan te leggen. Soms gebeurt het dat producten worden vernieuwd. Gebruikers moeten opletten dat bij deze producten een nieuwe GSD versie hoort.
- Maakt het voor de performance uit welke adressen de slaves hebben?
-
Nee, de master zal altijd cyclisch alle slaves in de configuratie benaderen. Dus voor de cyclustijd maakt het niet uit welke adres ze hebben.
PROFIBUS PA
- Is FISCO een onderdeel van de PROFIBUS standaard?
-
Nee, FISCO is een verzameling van regels om ervoor te zorgen dat men een veldbus in een explosiegevaarlijk gebied kan voeren. Het is gebaseerd op de transmissietechnologie van PROFIBUS PA.
- Wat zijn de mogelijke transmissiesnelheden bij PROFIBUS PA en hoe stel ik deze in?
-
Er is maar 1 transmissiesnelheid gedefinieerd en dat is 31,25 kbps. Omdat de snelheid vast staat, hoeft men deze niet in te stellen.
- Kan ik Foundation Fieldbus kabel en connectoren gebruiken voor PROFIBUS PA?
-
Ja, Foundation Fieldbus en PROFIBUS PA communiceren beide volgens IEC61158-2. De elektrische eigenschappen zijn voor beide veldbussen gelijk. Dit betekent dat men alle vormen van gerenommeerde verbindingstechnieken (kabel, connectoren, junctieboxen, etc.) kan toepassen voor beide veldbussystemen. Kortom, de gebruiker hoeft geen nieuwe investeringen te doen in infrastructuur als men wil overstappen van Foundation Fieldbus op PROFIBUS PA. Er moet wel rekening gehouden met het feit dat M12 en 7/8" connectoren een andere pin lay-out hebben! Op mechanisch niveau kan men dus niet zonder aanpassingen een 7/8" connector van FF naadloos aansluiten op een PA connector (tenzij men zelf intern de bedrading beheerst).
- Soms zie ik dat PA instrumenten voorzien zijn van dipswitches om het adres in te kunnen stellen en een optie om dit via de PROFIBUS te kunnen doen. Wat is de reden voor deze dubbele uitvoering?
-
In vooral PA omgevingen hebben veel instrumenten geen mogelijkheden voor dipswitches (wegens Ex of IP6x) en moeten ze via PROFIBUS van adres worden voorzien. Ook de montagepositie binnen een installatie maakt het soms moeilijk om dispswitches te gebruiken. De PROFIBUS standaard heeft het daarom vastgelegd dat apparaten verplicht zijn de dubbele methode te implementeren.
Productontwikkeling
- Hoeveel ppm mag mijn kristal zijn voor een degelijk 12 Mbps DPC31 ontwerp?
-
Naar eigen ervaring hebben wij ontwerpen gemaakt met 100 ppm kristallen en deze implementaties zijn succesvol door temperatuur, EMC en PROFIBUS certificeringen gekomen.
- Wat is de snelste manier om een PROFIBUS DP slave te ontwikkelen?
-
Er zijn chips (ASIC) op de markt met de naam LSPM2 en VPCLS2. Deze ASIC's worden door Siemens en Profichip geproduceerd. Het gebruik van deze ASICs nemen een groot deel van de PROFIBUS verantwoordelijkheid bij de ontwikkelaar weg. Hij hoeft alleen maar te zorgen dat er volgens de PROFIBUS normen een galvanisch gescheiden RS 485 interface ontwikkeld wordt. Om het project af te ronden moet de gebruiker een Ident Number (16 bits productidentificatiecode) aanvragen bij de PNO en deze in de EEPROM programmeren. De laatste stap is het creëren van een GSD bestand. De ASIC's bieden de ontwikkelaar de volgende infrastructuur:
- 32 bit digitale I/O (programmeerbaar)
- Transmissiesnelheid: 12 Mbps
- Behuizing: 80 pins QFP
- Temperatuurbereik: -40 t/m 85 graden Celsius
- Ident Number in EEPROM
- Netwerk adres via dipswitches of Set Slave Address
- Geen microprocessor nodig
- Als geen DB9 connector wordt toegepast, welke signalen moeten dan minimaal op de connector worden aangebracht?
-
Drie signalen zijn minimaal nodig:
- A-lijn
- B-lijn
- Shield (afscherming)